De buurt van Jos Lammers

De buurt van Jos Lammers
Tekst Matt Dings, © Fotografie Jos Lammers
DE TIJD 10 FEBRUARI 1984, pagina 20 t/m 22

Na Amsterdammer Ad van Denderen is Eindhovenaar Jos Lammers de tweede fotograaf die voor weekblad De Tijd zijn buurt in beeld brengt. Jos Lammers woont in een buurt die in feite het hele maatschappelijke spectrum herbergt: van koude kak tot spontaniteit, van de familie Philips tot Rooie Frans. Een beeldbericht-van-eigen-stoep.
Je wilt niet met je camera rondlopen als een soldaat met zijn geweer. Maar toch... je legt aan'

'Jaja, nou ja, ppff, die buurt, wat is typisch voor mijn buurt? Wat 'n vraag. Laat me 's nadenken, hoe zeg ik dat, hoe formuleer je dat? Kijk,die buurt, dat is, eh... - Ik dacht dat jij dat wel wist te formuleren.”

Onder de foto gaat de tekst door. 


Nu geeft de buurt van de Eindhovense fotograaf Jos Lammers ook wel aanleiding tot enige verwarring. Zelf woont hij in een straat die nog het meest weg heeft van een druk niemandsland. Een verkeersader die het villapark, een oude statige wijk van stand, resoluut scheidt van de woningbouw, een uitgestrekte wirwar van ook al niet zo jonge arbeidershuisjes. De straat scheidt èn verbindt de twee stadsdelen: een niemandsland. Wie hier woont, woont in twee buurten.

Toen De Tijd Jos Lammers om een beeldbericht van zijn buurt vroeg, ging de fotograaf dan ook aan deze en aan gene zijde van zijn Tongelresestraat aan het werk. „Als er iets typisch' aan deze buurt is”, zegt hij, „is het de diversiteit, dan zijn het de tegenstellingen. Veel groen en géén groen, comfortabele grote huizen en rijtjeswoningen, kinderen op straat en vergrijzing, koude kak en spontaniteit.”
Natuurlijk leverde ,,de woningbouw" méér fotogeniek materiaal op dan het villapark”. In het arbeiderskwartier ligt het leven op straat; in de betere buurt” houdt het leven zich meer schuil achter tuinheggen en stijlvolle gevels. In het villapark staat bijvoorbeeld het trotse pand waarin de familie Philips aanvankelijk resideerde. Het pand is nog steeds in bezit van Philips. Het wordt nu gebruikt voor ontvangsten van hooggeëerd publiek en is dan ook voorzien van een elektronisch beveiligingssysteem van een bekend merk, en nog meer dan vroeger onttrekt het gebeuren in het pand zich aan het zicht van de wijk.

De straten zijn stil.
De straten zijn stil. Kinderen ziet men niet. Een enkele villabewoner valt te betrappen terwijl hij aan het werk is in zijn tuin, maar die raadt fotograferen af omdat het gras zo lelijk geel is.
Wél bereidwillig was de psycholoog van het villapark. De man, een gepensioneerd heer die aan een Eindhovens ziekenhuis was verbonden, heeft een vaste wandelroute. Tijdens zijn tochtjes raapt hij elk papiertje op dat hij tegenkomt. Daartoe is de rapende hand gestoken in een plastic handschoentje van het ziekenhuis. Ook mevrouw raapt, behalve op zondag, want dan is zij raapvrij, zo meldde ze.


"Ik dus de avond ervóór die route gemaakt en links en rechts propjes gestrooid."

Jos Lammers: „Ik had met haar afgesproken, dat ik hen op een zondag zou fotograferen. 'Als er maar papier ligt, had zij nog gezegd. Ik dus de avond ervóór die route gemaakt en links en rechts propjes gestrooid. Kom ik die zondag, is er geen papiertje meer te bekennen. Uit een prullenbak toen nog wat proppen kunnen halen. Enfin, zij arriveren en mevrouw zegt: 'U treft het niet, want mijn zoon heeft de route al eens gelopen.' Moet je nagaan: die zoon heeft er natuurlijk niets meer van begrepen. Die mensen doen dat al jaren. Verbeter de wereld, begin bij jezelf – echt 'n principiële kwestie. Zij zei me nog: 'We hebben wat containers bij elkaar geraapt!"



Jos Lammers heeft altijd in de buurt gewoond die hij nu in beeld heeft gevangen.

 Van zijn schooltijd herinnert hij zich nog levendig de animositeit tussen het villapark en de woningbouw. Onderling verkeer was er amper, op dat van de werksters na. Onder de schooljeugd speelden zich gevechten af die de aanhangers van de klassenstrijd-theorie zouden ontroeren. Het schoolgebouw bestond uit twee delen.
De Tongelresestraat, het niemandsland, was zeer gevaarlijk terrein; je waagde je je er alleen in het gezelschap van een groepje vriendjes. Maar ook binnen de afzonderlijke wijken bestonden tegenstellingen. In het villapark ging de echte chic niet om met de middenstand, die op haar beurt weer God loofde niet aan gene zijde van de Tongelresestraat geboren te zijn. En in de woningbouw waren er tegenstellingen tussen nette straten en mindere straten. Op een gebied van één vierkante kilometer was de hele sociologische kaart van Nederland terug te vinden.

Huize Philips & Rooie Frans
In dat opzicht is er nog weinig veranderd. Huize Philips is een gastenhuis geworden en ginds heeft een aantal autochtonen plaats gemaakt voor buitenlanders, maar nog steeds biedt de buurt het maatschappelijke spectrum van Philips tot en met Rooie Frans, de vierkante aanvoerder van de binnenstadsbende Rocking Rebels.

De middenstander
De middenstander uit het villapark van Jos' jeugd, die zijn auto altijd eigenhandig uit de garage duwde omdat zulks benzine uitspaarde, is intussen verdwenen. Maar nu woont in zijn straat een representant van de softe sector die het villapark tot actie oproept tegen de aanleg van verkeersdrempels, want daar lijden voertuigen, melkboeren en ingewanden maar van.
In de woningbouw liggen de verkeersdrempels er al. Daar wordt nu strijd gevoerd tegen de voorgenomen renovatie. Als de gemeente de schade aan de inboedels niet vergoedt komt de aannemer niet binnen, roepen tientallen raambiljetten er dreigend.


We wandelen door de buurt en Jos Lammers licht toe:

 „Die caravan is van een gezin waarvan het zoontje uitblinkt in fietscross. Elk weekend gaan ze er met die caravan op uit, alle rally's af. Daarachter woont een stoelenmatter met zijn zus. Zij rookt bolknaks. Zij rookte te veel sigaretten volgens de dokter en begon toen aan de sigaar. Sprietjes proefde ze niet en nu rookt ze bolknaks. Hier woont een kunstenares. Ze maakt erotisch georiënteerd werk. Dat is café De Vredesduif, daar komen de duivenmelkers.

Buurthuis - Picus
Hier is het buurthuis. Twee keer in de week is er 's avonds kienen. Je ziet daar steeds dezelfde mensen komen. Mensen die er hun vaste verzetje in vinden en mensen die er echt om het gokaspect komen. Hier: de Picus. De houtfabriek waar mijn opa nog heeft gewerkt. Daar heb je het kanaal. Daarlangs lag een homosauna, achter bomen verscholen. Het ding is afgebrand. Vóór de brand wist de buurt niet wat het was. En dat kerktorentje daar is van een protestants kerkje in het villapark. Een tijdje geleden is er een moskee in gekomen. De straat kwam er tegen in opstand, want al dat kerkbezoek verstoorde de rust. Het protest had succes: de moskee moet weer weg. Het is toch wat ironisch dat zo'n protest juist in deze buurt wel succes heeft."

Maar toch... Je legt aan
Het is duidelijk: de fotograaf maakt ditmaal deel uit van zijn onderwerp. Belemmerde die betrokkenheid Jos Lammers niet bij het fotograferen van zijn buurt?
,,Het is inderdaad anders dan een gewone opdracht. Dit is je nest en het is moeilijk daar met 'n zeker kritisch vermogen naar te kijken. Het is ook niet gemakkelijk, een lijn te zien in het verhaal van deze buurt. Ik zie allemaal deeltjes.
Je voelt wel gêne bij het fotograferen, maar die gêne voel ik eigenlijk overal. Hoe verantwoord ik mijn macht? Hoe rechtvaardig ik wat ik doe? Je pikt in feite privacy van mensen af, vanuit een soort verzamelwoede. Susan Sonntag heeft daar ook over geschreven in Over Fotografie. Verplichte literatuur voor fotografen.
Je wilt niet met je camera rondlopen als een soldaat met zijn geweer. Maar toch... Je legt aan. Mensen staan tegenover een machine. Er gaat dreiging van uit. 't Heet niet voor niets: plaatjes schieten. En waarom? Ik heb een tijdje sociologie gestudeerd. Daar kon ik niet mee uit de voeten, dat was me te theoretisch. Ik ben het wel eens met wat Koen Wessing in De Tijd zei: met fotografie kun je controleren of je goed hebt gekeken. Er komen nog wat andere aspecten bij kijken, zoals esthetische normen, maar in feite is fotografie voor mij een manier vat op de werkelijkheid te krijgen."